|
||||||||
Wie in onze contreien het woord “tango” in de mond neemt, hoort en denkt daar, willen of niet, meteen “Astor Piazzolla” bij. Die grote man, de verpersoonlijking van de “tango nuevo”, zou binnenkort (op 11 maart) honderd geworden zijn en die verjaardag behoort natuurlijk gevierd te worden, iets wat ik, ondanks Covid-19, wereldwijd zie gebeuren, al hoorde ik nog niet echt veel concrete dingen. Wat wel bijzonder concreet is, is de debuutplaat van het Nederlandse kwartet, dat voor zijn naamkeuze ook niet erg ver bij Piazzolla vandaan is gebleven.Dat kwartet vatte het behoorlijk ambitieuze plan op om een tangoprogramma uit te werken, wat op zich al redelijk heftig klinkt, maar dat dan ook nog eens in het Nederlands te doen. U leest het goed: tango in het Nederlands ! Daarvoor moeten we dus terecht bij zangeres Sterre Konijn, violiste Wiesje Nuiver, accordeonist Vincent van Amsterdam en bassist James Oesi. Bij ons in Vlaanderen niet meteen bekende namen, maar in eigen land wel stuk voor stuk gevestigde waarden, bijzonder hooggeschoold op muzikaal vlak en verrassend veelzijdig ctief in heel diverse muzikale domeinen. De vier, die nu een dikke twee jaar samenzijn in hun huidige bezetting, voelden al een tijdje de behoefte om iets te doen rond die honderdste verjaardag van Piazzolla, maar dat werd uiteindelijk een project rond Buenos Aires, wat meteen als voordeel had, dat ook muziek van Gardel en Ramirez kon binnengesmokkeld worden en dat liederen van de grote zangeres Mercedes Sosa een plaats konden krijgen. Veel meer dan een tangoplaat, is de CD -prachtig artwork trouwens- die het resultaat is van de werkzaamheden rond Piazzolla, een verzameling geworden van vertellingen over goed en kwaad, vreugde en verdriet….die de hele mensheid eigen zijn, aar eerder toevallig in Buenos Aires gesitueerd zijn. Naar ik begrijp, was het de bedoeling dat het kwartet met dat programma de hort zou opgaan en er een soort muzikaal theaterprogramma zou van maken. Maar toen kwam dus dat verschrikkelijke virus en wordt het wachten tot de theaters weer open mogen. Om de tijd te doden tussen vandaag en de dag van heropening, hebben we dus de CD en ik moet zeggen dat ik die behoorlijk indrukwekkend vind. Niet zozeer omdat de vier kennelijk goed kunnen spelen en zingen: als je er het wereldwijde web even bijhaalt, zie je meteen dat dit geen kneusjes zijn en verwacht je terecht hoogstaande zang en dito spel? Nee, voor mij zit de sterkte van de plaat in de onvoorstelbaar sterke vertalingen van de liederen. De verhalen, die oorspronkelijk in het Spaans verteld worden en veelal nogal locatiegebonden zijn, werden in een geweldig zwierig Nederlands omgezet en worden helemaal behouden. Dat is een ware heksentoer, waar vertaalster Sterre Konijn wellicht de moeilijkheid niet kon inschatten toen ze er aan begon. Ze kreeg her en der ook wel wat hulp van mensen voor wie het Spaans wel de moedertaal is of die beroepshalve met vertalen bezig zijn. Maar toch: je had nooit verwacht het bekende verhaal van Alfonsina Storni in dit soort naturelle Nederlands te zullen horen of “Maria de Buenos Aires” te horen klinken, als was niet de Argentijnse, maar wel de Nederlandse hoofdstad haar natuurlijke habitat. Van mij zul je dus alvast niks negatiefs te horen of te lezen krijgen over dit bijzonder fraaie debuut. Wel mag ik hopen dat het kwartet er in slaagt de bijhorende theatervoorstelling ook aan een paar Belgische zalen te slijten: wij hebben namelijk ook recht op dit soort fraais. (Dani Heyvaert)
|
||||||||
|
||||||||